Vrijdag 21 augustus 2020
Gisteren niet zo’n zin om te bloggen dus vandaag maak ik er 2 en misschien vanavond nog wel nr 3 ook! Vrijdag een leuke, volle dag gehad. Ik kan nooit kiezen wat te doen op een dag en er is hier zoveel te zien, zoveel herinneringen, zoveel moois. Ik wil vandaag wat van de omgeving zien, dus richting Kalterer See, ik vind rijden over de snelweg hier in Sued Tirol zonde van de mooie omgeving, dus dat doe ik ook zo min mogelijk, behalve op de terugweg wanneer ik snel naar huis wil. Doel vandaag is richting Kaltern om de Weinstrasse te volgen. Eerste stop is een dorp verderop, Terlan en terwijl ik dat uitspreek, zeg ik er altijd automatisch achteraan, ter zee en in de lucht. Izzy loopt braaf mee en stopt soms vanzelf als ik een foto wil maken. We lopen wat door het dorp en eindigen op het door loofbomen schaduwrijke terras. Blijkbaar is er een verjaardag; ik zie tenminste een aantal vrouwen op gepaste afstand van elkaar met elkaar koffiedrinken en er staan cadeautjes op tafel. Ook een idee! De cappuccino hier smaakt toch stukken beter dan uit die zakjes. Ik steek het dal over en rij richting Kaltern. Hoe prachtig hier, allemaal burchten bovenop de heuvels, een uitzicht over het dal op de grote stad Bolzano of Bozen, zoals ze hier zeggen. Wat een prachtig gezicht die wijngaarden, afgewisseld met boomgaarden. Alle bomen staan in een rij en met verschillende gaarden levert dat een prachtig schouwspel van groene lijnen op. Ik stop regelmatig om foto’s te maken; ik geniet. Met vele bochten rij ik omhoog richting de Mendolapas; niet zo spannend, geen ravijnen pal naast de weg, nou ja, die zijn er wel, maar er staan muurtjes die er voor moeten zorgen dat ik bij een verkeerde stuurbeweging in dat ravijn stort. En er staan vele bomen op deze berghellingen. Ik stop op een idyllisch plaatsje om te lunchen; de tafels staan in de schaduw van fruitbomen; je hoort het stromen van het beekje langs de weg en het eten is heerlijk. Het hotel waar dit restaurant bijhoort, bevindt zich aan de overkant van het weggetje en dateert uit 1965, net als Andy. Toeval? Daar geloof ik niet meer in. Ik rijd weer verder en na ook de Gampenpas te hebben bedwongen heb ik zin in fruit. Ik stop bij een restaurant langs de weg en vraag of ze fruit hebben. Jazeker. Ik wacht af en krijg een bananasplit. Zo had het kunnen gaan, maar ik had gewoon zin in een ijsje en als bijvangst een stuk fruit in de vorm van een banaan haha.
De ene na de andere foto maak ik; helaas is mijn lensring weer afgebroken, dus ik moet erg voorzichtig zijn om het glas van mijn telelens zelf niet te beschadigen. Ik mail ondertussen met een bedrijf in Nederland om te vragen of het te repareren valt; zij denken van wel. Mooi, dan breng ik de lens daarheen als ik weer thuis ben. Morgen hier maar op zoek naar 3 secondenlijm om het provisorisch weer vast te lijmen, in de hoop dat mijn lensdop er weer op kan. Toch handig dat internet.
Ik kom weer aan de kant van ‘mijn’ dal en zie achter mijn berg de Dolomieten. Wat een waanzinnig gezicht blijft dat toch. Op de hellingen zijn er in het middengebergte nog vele dorpen die je vanaf beneden niet kunt zien. En vele boerderijen. Er zijn boeren aan het hooien en dat ruikt toch zo lekker. Ze doen dat met trekkers op zulke steile hellingen dat ik me soms afvraag of ze niet omvallen. Ik maak een foto van een man die met de hand het hooi schudt en nu daarvan uitrust. Het boerenleven is hier zo authentiek, zo mooi om dat te zien.
Rond half 5 kom ik weer op de camping waar ik een restje kip met aardappels opeet; er is nog over, maar dat gooi ik maar weg. Morgen maar weer pizza. De avond breng ik door met wat lezen. Izzy is bekaf van dat autorijden en gaat rond half 9 demonstratief voor de slaaptent zitten. Ok, jij mag vast naar bed.