Het begin van het einde - Juni 2019
We zijn op Corsica en ik heb al een paar keer het idee dat er iets met je aan de hand is. Maar wat? Je doet raar, bent kortaf, niet sociaal, en zo niet jezelf. Af en toe kijk ik naar je en dan denk ik: wie ben jij? Waar is de man gebleven die de deur voor me openhoudt, die me in mijn jas helpt, die altijd alles voor me wil doen? Waarom doe je zo? Ben je gewoon moe, of misschien té moe dit jaar om zelfs maar te kunnen genieten van je vakantie? Waarom die constante discussies over echt alles? En dan iedere keer de zin: ja, dat is een goede vraag. Ik denk: ik ben potdomme kampioen-goede-vragen -tellen lijkt het wel, zo vaak zeg je het. Je leest veel, maar je doet ook gek; je reageert anders.
In Nice stonden we in de rij om in te schepen voor de boot naar Corsica; het is erg warm en mensen met honden mogen gelukkig lopend al eerder inschepen. Ik geef je je ticket en stap uit de auto om met Izzy alvast aan boord te gaan. Ik zoek een mooi plaatsje op het dek waar we heerlijk van de paar uur durende reis kunnen genieten; rekening houdend met Izzy en mijn zonneallergie. Op een gegeven moment wordt er in het Frans wat door de luidsprekers geroepen. Zoals altijd: niet te volgen. Ik merk dat de opmerkingen wat losmaakt bij de overige passagiers, maar heb geen idee wat er aan de hand is. Ik heb niet de behoefte om er achter te komen en jij helemaal niet. Ik zie op Google maps op mijn tablet dat we verkeerd lijken te varen. Welnee zeg jij en ik verbaas me erover dat jij datgene wat op de kaart staat en onze route niet lijkt te kunnen rijmen. Je ziet toch ook wel dat op de kaart een landtong staat en dat we die aan onze rechterkant moeten hebben om in Bastia aan te kunnen meren? Nee hoor, ik kan je echt er niet van overtuigen dat we niet naar Bastia varen, maar blijkbaar naar L’Ile Rousse.
Je wacht tot, mijn grote irritatie, tot het laatst om naar de auto te gaan. Het is verschrikkelijk warm, helemaal met al die mensen die ongeorganiseerd allemaal naar hun auto willen. Ik vraag je waar onze auto staat en jij zegt vooraan. We kiezen het voorste trappenhuis en het is geen pretje met Izzy, zoveel mensen op die trappen en dan ook nog die hitte. We komen aan bij het voorste dek, maar daar vinden we de auto niet. Je hebt geen idee waar de auto staat. Ik ook niet, dus we zoeken ons een hoedje. Ik vraag het uiteindelijk aan een medewerker en blijkbaar staan auto’s met dakkoffers op dek X, niet vooraan. Na lang zoeken eindelijk de auto gevonden. We komen van boord en zien op de kade het bordje L’Ile Rousse. Er blijkt gestaakt te worden in de haven van Bastia. Voor ons geen probleem, we zijn nu eerder bij de uitgezochte camping bij Calvi.
Je hebt een fijn luchtbed voor me gekocht en je gaat, geheel tegen je gewoonte, erop liggen in zee. Ik maak een foto van je en ben zo blij dat je dat doet. Blijkbaar zoek je toch ontspanning. Ik stuur de foto naar de kinderen en je gaat volledig uit je stekker als je merkt dat ik dat gedaan heb.